Plantenpraat

Mijn buuf plant paarse bloemetjes
in de vierkanten betonnen plantenbak
die ooit tussen onze twee voordeuren is geplant.
Een cadeau van onze huisbaas, een vastgoedbelegger met
een Quote 500-notering. Hij zorgt goed voor ons.
Hij gaf al zijn huurders een plantenbak.
Per burenkoppel dan, 19 in totaal.

Ik zeg mijn buuf gedag en schenk mijn aardigste glimlach.
We praten over de roos in de plantenbak.
‘Flink gegroeid hè,’ zeg ik.
‘Ja,’ zegt de buuf.
‘En hij kostte maar 2 euro, bij de Lidl.’

De buuf wijst naar een leeg stukje grond in mijn voortuin
en vraagt naar mijn plannen hiervoor.
Ik heb er nog niet over nagedacht,
Ik zeg: ‘Hortensia’s.’
‘Maar hortensia’s verbranden in de volle zon,’ zegt de buuf.
‘Oh,’ zeg ik en kijk met de blik van iemand die denkt dat die nu beteuterd moet kijken.
‘Nouja, in ieder geval mijn hortensia’s deden dat, andere misschien wel niet,’ zegt de buuf.

Ondertussen stop ik bolletjes in de grond,
ze waren in de aanbieding bij de Lidl.
‘Wat zijn het?’ vraagt de buuf.
‘Gladiolen,’ antwoord ik en vraag of zij er ook een paar wil.
In de hoop dat ik daarmee de schuld inlos
die ontstond toen ik mijn kinderen naar school moest brengen
en mijn fiets een lekke band had.
Ik belde bij haar aan, vroeg of ik haar fiets mocht lenen.
Die had ze niet. Wel een scooter die ik niet kon bedienen.
Waarop ik wegreed in haar zilvergrijze Audi A3.

De buuf twijfelt: ‘Staan gladiolen mooi in hoge zwarte potten?’
‘Heel mooi,’ zeg ik en geef haar 15 bollen.

Vandaag was ik een goede buurvrouw.